De IJswalvis of Groenlandse Walvis ‘Balaena mysticetus’ is na de Blauwe Vinvis de grootste diersoort op aarde. Deze kolossale dieren kunnen een gewicht van honderdduizend kilo bereiken en een leeftijd van meer dan tweehonderd jaar, het oudst wordende zoogdier.
Met zijn massieve lichaamsbouw en enorme gebogen bek, met zijn witte kin en de tot zeven meter brede staartvin is de IJswalvis een zeer karakteristieke diersoort die zich duidelijk onderscheidt van andere walvissoorten.
Diep in het ijs verscholen
De IJswalvis is de enige walvissoort die het hele jaar rond, zomer en winter, in het Noordpoolgebied verblijft. De dieren zijn sterk gebonden aan het zee-ijs. Vermoed wordt dat het ijs de dieren beschutting biedt bij winterstormen of dat de dieren door het ijs beschermd worden tegen aanvallen van Orca’s die met hun kwetsbare hoge rugvinnen zo ver het ijs niet in durven. Maar waarschijnlijk zijn er ook andere, nog niet ontdekte redenen waarom de dieren zich in het ijs ophouden. Vanwege het onder het ijs aanwezige voedsel misschien. Of trekken ze het poolijs in omdat daardoor de juiste akoestiek wordt gecreëerd om hun walvissongs te laten horen.
Lang werd aangenomen dat IJswalvissen mee trekken met de ’s-zomers terugtrekkende en ‘s-winters uitdijende grens van het pakijs. Door dieren met GPS-zenders te volgen is echter bekend geworden dat tussen Groenland en Spitsbergen de IJswalvissen in de poolwinter juist ver naar het noorden trekken om te overwinteren in dicht opeengepakt drijfijs. Om adem te kunnen halen zullen er natuurlijk nog wel open gaten of wakken moeten zijn.
Singer-songwriters
IJswalvissen zijn fantastische singer-songwriters. Uit jaarrond opnames van een aan de bodem verankerde onderwater-microfoon blijkt dat IJswalvissen in het hart van de donkere poolwinter continu buitengewoon gevarieerde walvissongs produceren, de meest complexe songs van het dierenrijk.
Nergens anders zijn de IJswalvis-songs zo gevarieerd als bij de Spitsbergen-populatie. En dat is opmerkelijk want tussen Spitsbergen en Groenland leven nog hooguit een paar honderd dieren, veel minder dan bijvoorbeeld in de poolzeeën bij Alaska en Canada.
Luister naar de IJswalvissen van Spitsbergen:
Voortplantingsgebied?
Vermoed wordt dat de complexe walvissongs onderdeel uitmaken van het paringsgedrag van de dieren. Dit zou betekenen dat de IJswalvissen gedurende de donkere poolwintermaanden diep het ijs intrekken om zich daar te verzamelen, te paren en zich voort te planten.
Deze voortplantingsgebieden van IJswalvissen zijn echter nog nooit ontdekt of beschreven. Nu de opwarming van de Aarde het zee-ijs snel doet verdwijnen is het dringend noodzakelijk om te onderzoeken in hoeverre IJswalvissen het zee-ijs nodig hebben om te kunnen overleven.
Leefgebied en Bedreigingen
Leefgebied rond de Noordpool
De IJswalvissen leven in de randzone van het ijs rondom de Noordpool. Er worden tegenwoordig vier subpopulaties onderscheiden. Deze subpopulaties zijn van elkaar gescheiden door min of meer onoverbrugbare barrières. Bijvoorbeeld door ondoordringbaar vast pakijs dat doorloopt tot aan de kust zoals bij Siberië. Of door een landmassa zoals het schiereiland van Kamchatka dat de populatie van de Okhotsk-zee afscheidt van die van de Bering Zee. Het is niet duidelijk in hoeverre vermenging van populaties optreedt door de afname van het ijsoppervlak van de Noordpool. Zoals schepen steeds gemakkelijker via de noordwestelijke doorvaart tussen de Atlantische en Stille Oceaan kunnen navigeren, zouden IJswalvissen dat in principe ook kunnen doen. Populaties die zich duizenden jaren gescheiden hebben ontwikkeld kunnen nu in contact met elkaar komen. Verstaan de dieren dan nog elkaars walvissongs? En als vermenging optreedt, wat betekent dat voor de genetische diversiteit?
Bedreigingen
Na beëindiging van de commerciële walvisjacht halverwege de vorige eeuw, waren er nog maar weinig IJswalvissen over. De soort stond op de Rode Lijst van de IUCN aangegeven als ‘very rare’. Na dit dieptepunt hebben twee van de vier subpopulaties zich aardig weten te herstellen. De populatie in de zeeën rond Alaska en Oost-Siberië (Beringzee Chuckchi-zee en Beaufortzee) is toegenomen tot ca. 16.000 dieren. De Oost Canada / West Groenland populatie omvat nu ca. 4000 dieren. De groei daarvan is inmiddels gestagneerd, vermoedelijk als gevolg van klimaatverandering. Door het terugtrekkende ijs trekken orca’s steeds in grotere aantallen steeds verder naar het noorden waar ze jonge ijswalvissen aanvallen.
Twee van de vier subpopulaties worden door het IUCN gekenmerkt als ‘endangered’. Het aantal dieren van de Spitsbergen-populatie bedraagt hooguit nog een paar honderd. De omvang van de Okhotsk-populatie is beslaat maximaal 250 dieren.
Wanneer het Noordpoolijs smelt neemt niet alleen het leefgebied van de IJswalvissen af, maar volgt er ook een grote toename van scheepvaart en exploratie-activiteiten. Waarschijnlijk zijn de bij uitstek vocale IJswalvissen zeer gevoelig voor verstoring door onderwaterlawaai van scheepsmotoren en sonars. Aangetoond is dat IJswalvissen al op tientallen kilometers afstand reageren op de lucht-explosies van airguns die gebruikt worden bij seismisch onderzoek.
Historische walvisvaart
Willem Barentszontdekte Spitsbergen in 1596 op zijn zoektocht naar de noordelijke doorvaart naar Azië en gaf Spitsbergen zijn naam. In zijn kielzog kwamen spoedig andere ontdekkingsreizigers naar Spitsbergen als Jonas Poole,Nicholas WoodcockenWillem Cornelisz. van Muyden en zij rapporteerden over de enorme hoeveelheden IJswalvissen die ze daar aantroffen. Bij aanvang van de 17e eeuw moet het in de fjorden en langs de kusten rond Spitsbergen gewemeld hebben van de IJswalvissen.
De bekende Nederlandse poolvorser-archeoloog Louwrens Hacquebord en andere wetenschappers hebben terug kunnen rekenen dat er voor het begin van de walvisjacht rond Spitsbergen en Groenland circa 50.000 dieren moeten hebben geleefd. Kijk je naar het enorme gewicht van een enkele walvis, dan komt deze populatie qua biomassa overeen met een 880.000 olifanten of tien miljoen runderen. De voedselkringloop in het Arctisch gebied moet er toen totaal anders hebben uitgezien dan tegenwoordig.
De walvisjacht is begonnen in de kustgebieden. De houten schepen van destijds konden eenvoudig in een fjord voor anker gaan. De IJswalvissen kwamen wel naar hun toe. De logge zware dieren konden makkelijker worden bejaagd dan andere walvissoorten zoals de veel snellere vinvissen. De IJswalvissen hadden verder voor de jager het grote voordeel dat ze, nadat ze waren geharpoeneerd niet naar de bodem zonken maar door hun dikke speklaag bleven drijven. Daardoor konden de gedode dieren eenvoudig met roeiboten naar de traanovens op het strand konden worden gesleept. Nadat de IJswalvissen langs de kust waren weggevangen, verplaatste de walvisvangst zich meer naar de open zee en de rand van het pakijs. De walvissen werden nu aan boord verwerkt en de nederzettingen met traankokerijen op de wal raakten verlaten.
Nederland heeft tientallen jaren de walvisvaart rond Spitsbergen en Jan Mayen gedomineerd. Er waren jaren dat meer dan 200 Nederlandse walvisschepen afreisden naar het Noordpoolijs. Deze geschiedenis echoot nog na in de talloze Nederlandse geografische namen in het Noordpoolgebied. Naast Jan Mayen en Spitsbergen heb je bijvoorbeeld Amsterdam-eiland, de Hindelopenstraat, de Liefdeford en Uutkiek.
Bij de beëindiging van de commerciële walvisjacht halverwege de 20e eeuw was de populatie op de rand van uitsterven gebracht.
Recent worden rondom Spitsbergen weer vaker IJswalvissen waargenomen. Zeer opvallend zijn de twee waarnemingen van groepen van 80 tot 100 dieren vanaf het Nederlandse cruiseschip Plancius in juni 2015 en opnieuw in 2018 op vrijwel dezelfde locatie aan de rand van het ijs tussen Spitsbergen en Groenland. De vraag is of het toegenomen aantal waarnemingen ook een werkelijke toename van het aantal dieren vertegenwoordigd, of dat de dieren zich makkelijker laten zien door het opschuiven van de ijsgrens en het toegenomen aantal cruise-schepen dat er rondvaart.